Spectral kwam in 1977 met het eerste product, de MS-ONE voorversterker. In de jaren tachtig met vervolgens de DMC-10 en de DMA-100 eindversterker. In de jaren negentig kreeg het bedrijf brede wereldwijde erkenning en exposure. In de beleving van ondergetekende introduceerde Spectral een heel nieuw concept van systeembouw en een nieuwe manier van luisteren. Iets dat vrijwel niet eerder was vertoond. Een belangrijk uitgangspunt bij Spectral is dat een audiosysteem een samenhangend geheel is. Voorversterkers, eindversterkers, converters en loopwerken moeten in samenhang worden ontworpen en ook de kabels maken onderdeel uit van die samenhang. Nou zal elke fabrikant roepen dat hun voor- en eindversterkers goed bij elkaar passen. Soms is dat waar, maar soms ook niet. Veel fabrikanten kunnen goede eindversterkers ontwerpen, maar als de zogenaamd bijpassende voorversterker aangesloten wordt, dan wordt de hele performance omlaag getrokken. Hetzelfde geldt voor de match met kabels. Een kabel dient te matchen met een set en moet daar dus specifiek voor zijn ontworpen. Daarom zijn kabeltesten over het algemeen onzinnig. Vooral als er tien kabels in hetzelfde setje worden vergeleken.

Vanuit het idee van “samenhang” startte Spectral een samenwerking met MIT. Ruim 30 jaar geleden zorgde Avalon, een fabrikant van luidsprekers en opgericht door Charles Hansen, ook voor een nieuwe benadering in geluid. Hoewel er door de geschiedenis heen altijd luidsprekers zijn gebouwd die dichter in de buurt van realisme en neutraliteit kwamen, kenmerken de jaren zestig, zeventig en tachtig zich door eindeloze reeksen weergevers die niet echt in staat waren tot een realistisch en neutraal geluidsbeeld. Het verklaart misschien de populariteit van de bekende QUAD elektrostaat. Gebaseerd op een principe dat ontwikkeld werd voor General Electric en een patent kreeg in 1934, werd daar door Peter Walker een eigen drieweg-versie van gemaakt. Objectief gezien was de QUAD niet volmaakt, maar het allergrootste voordeel was dat deze luidspreker snel, neutraal en realistisch klonk. De weergave kwam op een aantal aspecten behoorlijk in de buurt van hoe muziek echt klinkt. QUAD gaf dan ook aan dat het een luidspreker is voor echte muziekliefhebbers. Die hebben, net als musici en studio engineers, een goed concept over hoe muziek in werkelijkheid klinkt. Het nieuwe van Avalon was dat er indertijd een dynamisch systeem op de markt kwam dat beschikte over die neutraliteit en het gewenste realisme. Ten opzichte van de QUAD werd daar een snelle en neutrale laagweergave aan toegevoegd en enorme dynamische vermogens. Avalon vormde dan ook een goede match met Spectral en MIT en vanaf het einde van de jaren negentig werd deze drie-eenheid een soort basis, waar veel high-end dealers jarenlang zaken mee deden. Avalon zette een heel nieuwe ontwikkeling in, die later een vervolg kreeg bij hightech bedrijven als onder andere YG Acoustics, Magico, ATC, Grimm en Steinway Lyngdorf. Voor het gemiddelde hifi-publiek waren (en zijn) deze ontwikkelingen schokkend. Gewend aan veel kleurende producten uit de mid-fi van de afgelopen decennia en concepten dat analoog, luidsprekers en buizen ‘warm’ klinken, werd men opeens veel meer geconfronteerd met realiteitsweergave.

Klik voor bron | Smarthomemagazine.nl

Over de auteur

Ad Min

admin

Leave a Comment