Cyberpunk 2077
Cyberpunk 2077 is zonder meer één van de beste games van dit moment, maar het is ook een game die last heeft van ontzettend veel bugs. En het ligt er ook maar net aan op welke console je het spel speelt. De oudere hardware (een Xbox One of PlayStation 4) kan meer problemen vertonen dan de nieuwe hardware (een Xbox Series X of PlayStation 5). We beoordelen op games zoals ze in de (digitale) winkels liggen en beoordelen niet op wat er nog zou kunnen veranderen, maar daardoor kun je wel een verkeerd beeld krijgen van zo’n groot spel als dit.
Laten we bij het begin beginnen. Slecht is deze game niet, totaal niet. Het is wel een game waar menig gamer naar uitgekeken heeft, waardoor de verwachtingen hooggespannen zijn. En hoge verwachtingen kunnen nog wel eens leiden tot teleurstelling. En die teleurstelling kan nu samenhangen met de hoeveelheid bugs die je kunt tegenkomen, zoals missende menu-elementen of mensen die zomaar verdwijnen. Het zijn echter geen onoverkomelijke dingen, maar het zijn wel dingen waar je mettertijd flink van kunt balen (maar voor hetzelfde geld heb je nergens last van).
Cyberpunk 2077 is van de makers van The Witcher-gameserie en presenteert een geheel nieuwe open wereld, waarin power, glamour en lichaamsaanpassingen centraal staan. Het verhaal speelt zich af in de toekomst, waar je de controle neemt over een personage genaamd V. Je kunt dat personage helemaal zelf vormgeven (er is echt ontzettend veel mogelijk, dus laat je fantasie de vrije loop) en omdat dit een role playing game is, krijg je gaandeweg toegang tot steeds meer mogelijkheden. We hebben het dan over skills, maar ook lichamelijke aanpassingen.
Dat is enorm tof om te beleven, juist vanwege die keuzevrijheid. Combineer dat met het feit dat jouw keuzes invloed hebben op het verloop van het verhaal (waardoor dat verhaal misschien eerder afgelopen is dan je denkt) en de wereld behoorlijk tof vormgegeven is en je hebt een recept voor een fantastische videogame. Andere sterke punten zijn de world building (als in: de omgeving komt geloofwaardig over), de toffe missies en de indrukwekkende visuele stijl. Het is een game waarin je jezelf helemaal kunt laten onderdompelen — dus doe dat dan ook vooral.
We moeten benadrukken dat het spel techisch gezien onaf is en nog heel wat optimalisaties moet krijgen om vloeiend te kunnen draaien. Als je van plan bent deze game te spelen, doe dat dan op een Xbox Series X of PlayStation 5 (en hoewel we deze versies meestal buiten schot laten: de pc-versie is momenteel de beste, samen met de Google Stadia-variant). Desondanks hebben we ons ontzettend hard vermaakt met het spel, vanwege alles wat we hierboven genoemd hebben. Cyberpunk 2077 verdient het om gespeeld te worden — maar niet in de huidige staat.
Assassin’s Creed Valhalla
Wanneer je de laatste drie Assassin’s Creed-delen naast alles wat daarvan kwam neerlegt, dan herken je de serie bijna niet meer terug. Het vorige deel, Odyssey, deed het zelfs zonder het kenmerkende verborgen mes, om maar een voorbeeld te noemen. De serie is veranderd van een stealth-adventuretitel tot een actievolle role playing game met stealthelementen. Sommige spelers zijn daardoor afgehaakt, maar ondertussen kon er ook een nieuw publiek aangeboord worden. Deze iteratie gedijt gelukkig in z’n setting en gameplayopzet.
Assassin’s Creed Valhalla pakt alle goede elementen uit zowel Origins en Odyssey en gooit daar een aantal elementen overheen dat het spel ook nog eens een uniek smoelwerk geeft. Zo is de hidden blade terug en moeten we wederom jagen op een orde aan kwaadaardige mensen, die zelf het idee heeft de wereld een gunst te verlenen. Die gameplayopzet is meer dan prima. Daardoor voelt het ronddwalen in de gigantische, ontzettend sfeervolle wereld (de landkaart is groter dan in Odyssey en die game heeft ons uiteindelijk 135 uur gekost) ongedwongen en niet doelloos, omdat je die slechteriken als het ware overal kunt tegenkomen — met of zonder hints die het spel uitdeelt.
Ondertussen wordt er ook op jou gejaagd door Zealots (speciale mercenaries) en krijg je de taak je nederzetting uit te breiden in het Groot-Brittannië van de achtste eeuw. Je doet dit vanuit de rol van een viking, die met zijn groep bedacht heeft het Engelse landschap te kunnen overnemen. Tijdens het verhaal roept dit soms de vraag op wie hier nou eigenlijk de slechterik is. Assassin’s Creed Valhalla doet verder weinig met dat interessante vraagstuk, maar tijdens het spel komt die vraag wel meerdere keren naar boven drijven. Vikingen staan niet bekend om hun vredige karakter. Dus wanneer Eivor, het hoofdpersonage, ergens aanbelandt, dan kun je er vergif op innemen dat er stront aan de knikker is.
Het was even wennen, maar heel veel zijmissies zijn nu zogenaamde world events. Wanneer je zo’n missie aanneemt, dan moet je uit het gesprek met diegene opmaken wat er precies van je verwacht wordt. Dergelijke zijmissies verschijnen niet in je questlog. Heb je dus niet opgelet, dan kan het zijn dat die missie aan je verloren gaat. Dat is een les die je snel leert. Er verschijnen ook geen objectives of punten op de kaarten waar je simpelweg naartoe loopt. Je hoort het verhaal aan, doet datgeen wat jij denkt dat er moet gebeuren en hoopt dan op een juiste afloop. Enerzijds best stom in een rpg waar je natuurlijk alles uit wil halen; maar wanneer dit onderdeel eenmaal klikt, dan verhoogt het de immersion met honderd procent.
We kunnen nog uren kletsen over Assassin’s Creed Valhalla, met recht één van de beste games van dit moment en wat ons betreft ook de beste van de afgelopen jaren. Op Xbox Series X en PlayStation 5 oogt de game prachtig en supervloeiend, met zijn zestig frames per seconde. Ja, er kan soms screen tearing optreden, maar inmiddels heeft Ubisoft een patch uitgebracht, waardoor je nu kunt kiezen uit twee modi voor de game. Kies je voor de beste visuals, dan schakelt het spel terug naar dertig frames per seconde. Dat is wat ons betreft een no-go; die enkele scheur in het scherm nemen we maar voor lief.
Spider-Man: Miles Morales
Nadat we twee jaar geleden een spectaculaire Spider-Man-game voorgeschoteld kregen en daarna de downloadable content (dlc) verorberd hebben, snakken we naar meer. De afgelopen weken hebben we ons meer dan prima kunnen vermaken met Spider-Man: Miles Morales. Dit is geen volwaardige opvolger, maar kan ook niet echt geclassificeerd worden als stand-alone dlc of iets dergelijks. Qua release is dit een vreemde eend in de bijt. Enerzijds voelt het spel aan als een uitgebreide techdemo, vanwege het gebruik van ray tracing, maar wanneer je het onderste uit de kan wil halen dan loopt de gametijd flink op. En is dit met recht één van de beste games die je nu op je PlayStation speelt.
In Spider-Man: Miles Morales speel je niet met Peter Parker, maar met Miles Morales. Dit is een jonge, donkere knul die nog maar net zijn spiderkrachten verworven heeft en dat merk je aan een aantal zaken. Dat zie je bijvoorbeeld terug aan verschillende animaties (zoals dat hij zijn balans verliest wanneer hij vijanden omhoog trekt met z’n web) en het feit dat hij een minder groot arsenaal aan mogelijkheden heeft. Dat komt ook omdat de game een stuk korter is. Wanneer je je alleen stort op het verhaal, dan ben je met een uur of drie wel klaar. Wil je alles verzamelen en alle trophies ook halen, dan kun je die tijd oprekken tot vijftien tot twintig uur.
Het feit dat Miles Morales minder vaardigheden heeft, maakt door de lengte van de game niet echt uit. Voor je het weet is je avontuur voorbij, waardoor je dus ook niet echt veel meer opties nodig hebt. In de basis komen Spider-Man en Spider-Man: Miles Morales verder ontzettend met elkaar overeen. Je redt New York van twee verschillende bendes, je verzamelt allerlei troepjes die meer over de personages vertellen en krijgt te maken met een twist die je ver van tevoren ziet aankomen. Miles Morales is gewoon een toffe game die laat zien wat de PlayStation 5 in huis heeft, maar hij is eigenlijk ook te kort om echt te kunnen zeggen dat die zijn huidige prijskaart waard is. Mocht de prijs snel zakken, dan heb je geen reden deze game te laten liggen.
Demon’s Souls
Demon’s Souls als een van de eerste titels op de nieuwe Playstation 5? Dat had From Software in 2009 vast niet gedacht toen de originele game op de Playstation 3 uitkwam. Het was een bescheiden hit, maar voornamelijk in Japan, en enkel via importeurs verkrijgbaar in Europa. Nu, jaren later, is met name de opvolgende serie Dark Souls een groot succes geworden. Hierdoor hebben From Software en Sony eindelijk groen licht gegeven aan de remake van Demon’s Souls. Het Nederlandse Bluepoint Games, bekend van hun remake van Shadow of the Colossus, is ermee aan de slag gegaan. En wat een meesterlijk werk heeft het afgeleverd.
Demon’s Souls is de grondlegger van de brute, keiharde actiegames bekend om hun pittige moeilijkheidsgraad. De games kunnen onvergeeflijk zijn. Ga je iets te onvoorzichtig een hoekje om, denk je net nog even die ene klap uit te kunnen delen met je zwaard of ontwijk je een aanval op een smal bruggetje: het gevaar loert overal. Het bijzondere aan deze games is dat het je dwingt na te denken over je fouten. Stond ik omsingeld door drie vijanden? Had ik niet eerst een genezend kruid moeten gebruiken? Gelukkig heb je weer vrijwel eindeloze opties om de vijandige omgevingen te lijf te gaan. Speel je als ridder met een zwaar harnas en een enorme bijl, schiet je vlammende pijlen met een boog of vuur je blauwe magie af op je tegenstanders?
Wat je ook kiest, de omgevingen en gevechten worden op een prachtige manier in beeld gebracht. Ondersteund door akelig gedetailleerde geluidseffecten dender je door afgebrokkelde kastelen terwijl de bliksem alles voor korte tijd verlicht. Daarbij kraakt je harnas, brokkelen de stenen onder je voeten en hijgt je personage als je onderweg teveel spullen opraapt. Oude gevangenissen en meren van lava ziet er schitterend en tegelijk angstaanjagend uit. Bluepoint Games heeft wonderbaarlijk goed werk afgeleverd. Nu de populariteit van de Souls-serie enorm is toegenomen en velen dit origineel niet hebben gespeeld, is dit hét moment om het avontuur in alle pracht en praal aan te gaan.
Sackboy: A Big Adventure
De naam en het personage Sackboy ken je misschien nog van de LittleBigPlanet-serie. Dit is een gameserie waarin je zelf je eigen levels maakt waar het poppetje vervolgens doorheen kan. In die game speel je andermans of je eigen levels. Daar is dit keer geen sprake van. Sackboy: A Big Adventure is namelijk een ouderwetse, onvervalste platformer waarin je alleen te maken krijgen met 3d-levels die door de ontwikkelaar gemaakt zijn.
In de game verken je veel levels die verdeeld zijn over uiteenlopende werelden, terwijl je het opneemt tegen allerlei vijanden en eindbazen. Dergelijke omschrijvingen door dit soort games niet goed, omdat het heel standaard klinkt. En het zou ook kunnen dat we hier een nieuwe Mario-game omschrijven. Maar niets is minder waar en laat je ook alsjeblieft niet tegenhouden door zo’n eerste indruk. De game wordt gigantisch overschaduwd op de PlayStation 5, door exclusieve titels als Demon’s Souls en Spider-Man: Miles Morales, maar we kunnen je verzekeren dat Sackboy gewoon je tijd waard is.
Sackboy A Big Adventure mag dan misschien de moeilijkste PlayStation-game zijn van dit moment, het is simpelweg wel één van de leukste. Het biedt toffe platformuitdagingen aan, oogstrelende visuals (helemaal op PS5, maar de PlayStation 4-versie mag er ook zijn). Tel daarbij op dat er ook offline multiplayer is, waarbij je met twee tot vier spelers tegelijkertijd door het avontuur kunt banjeren en je hebt een avond die garant staat voor een hoop speelplezier. Het type plezier dat je doorgaans op een Nintendo-console verwacht, maar nu dus gewoon op je PlayStation.
We wachten nog met smart op de online multiplayer, waardoor we niet meer fysiek in dezelfde ruimte hoeven te zijn als onze vrienden (in het kader van covid-19), maar die multiplayer laat nu niet lang meer op zich wachten. Tot die tijd kun je gerust alvast aan het avontuur beginnen, zodat je alvast bekend raakt met de besturing en de wereld, zodat je daarna dubbel kunt genieten wanneer je vrienden online verschijnen. Sackboy: A Big Adventure is leuk voor alle leeftijden en mensen met allerlei game-ervaringen en heeft meer dan genoeg collectibles in het diverse aanbod aan levels om je uren zoet te houden.
Dirt 5
De Dirt-serie keert met Dirt 5 terug naar de arcaderacestijl en dat pakt uitermate goed uit. Dirt 5 doet precies wat het wil doen als rallyracer — samen met zijn andere, minder traditionele raceauto’s. Het spel doet dat op een manier die het gemakkelijk maakt voor nieuwe spelers, terwijl de game nog steeds een bevredigend hoog moeilijkheidsniveau heeft voor degenen die de gameplay echt onder de knie willen krijgen.
Waar de vorige Dirt-game een echte rallygame was, heeft Dirt 5 een stuk meer raceklasses. Veel van die nieuwe klasses zijn nieuw voor een game uit de serie en zijn ook nog eens tof. Er zijn nog steeds rallyraces die je in je vertrouwde Subaru WRX kunt rijden, maar je kunt bijvoorbeeld ook in de stoel van een sprintauto stappen. Dit zijn interessant uitziende raceauto’s die speciaal zijn ontworpen om linksaf te slaan. Die zijn heel moeilijk om te bedwingen, maar als je het onder de knie krijgt is het supertof. Een van de vetste nieuwe klasses is Path Finder, waarin je racet over hardcore off-road-terrein met steile hellingen en rotsachtige wegen.
In carrière zal je de meeste fun beleven. De bekende stemacteurs Nolan North en Troy Baker begeleiden je tijdens je reis van relatief onbekend naar een wereldberoemde coureur. Singleplayer racegames kunnen vaak een beetje saai aanvoelen, maar de verhalende focus van Dirt 5 wordt goed uitgevoerd met zijn podcastachtige plagerij tussen de stemacteurs.
De auto’s, banen en weersomstandigheden in Dirt 5 zijn prachtig. De game ziet er al mooi uit op de vorige generatie consoles, maar de update voor de nieuwe generatie is in een woord prachtig te noemen. De auto’s zijn tot in de details nagemaakt, de banen hebben prachtige vergezichten en als je een race in het donker in een sneeuwstorm hebt gespeeld, weet je hoe mooi het is. Dirt 5 is met de nieuwe stijl een andere game, maar nog even tof als voorheen. Misschien zelfs wel toffer.
Yakuza: Like a Dragon
De Yakuza-serie weet al jaren gamers aan zich te binden met uitgebreide, interessante werelden, uiteenlopende missies, opmerkelijke en geloofwaardige personages en graphics om je vingers bij af te likken. Tel daar de uitgebreide gameplaysystemen bij op en je hebt een recept voor succes. Desondanks vindt Sega het tijd om de boel eens op te schudden, door de manier van spelen helemaal aan te passen. Yakuza: Like a Dragon is namelijk een role playing game die verder alle bovengenoemde elementen combineert met een turn-based-battle-systeem (waarbij jij en je vijanden dus ombeurten aanvallen).
De gewijzigde gameplay mechanics geven de ontwikkelaar de ruimte om andere zaken ook eens anders aan te pakken. Zo is er nu een nieuwe hoofdrolspeler en is er een compleet nieuw verhaal, waardoor veteranen wellicht opnieuw verliefd kunnen worden op de serie die ze al sinds de PlayStation 2 op hun tv beleven. Dat betekent echter niet dat alle zes de delen hiervoor compleet vergeten worden. Yakuza: Like a Dragon bevat namelijk meer dan genoeg verwijzingen naar de vorige delen die ervoor zorgen dat oude rotten zich ook thuisvoelen in de nieuwe wereld.
Laten we wel eerlijk zijn. Een nieuw hoofdpersonage is een minder drastische verandering als je dat naast zoiets fundamenteels legt als de manier waarop je de game speelt. Voorheen kon je gewoon konten schoppen wanneer je wilde en nu moet je soms dus even wachten tot het weer je beurt is. Maar we kunnen je met een gerust hart vertellen dat je daar binnen no-time aan gewend bent door de flow van de videogame. De personages, de wereld, de missies en natuurlijk de graphics (wij speelden de PlayStation 4-versie, maar je kunt hem al op next-gen spelen op de Xbox Series X), maken de overgang van het een naar het ander zeer aangenaam.
Turn-based-gameplay is echter niet voor iedereen, maar dit systeem zorgt wel voor een nieuwe, tactische laag die voorheen niet aanwezig was in de Yakuza-serie. Het is misschien niet zo diepgaand als Dragon Quest of een oude Final Fantasy, maar het is wel ontzettend vermakelijk. Mocht je je daar dus overheen kunnen zetten, dan wacht je een gigantisch en tof avontuur waar je u tegen zegt en die na het uitspelen doet snakken naar meer.
Call of Duty: Black Ops – Cold War
Activision heeft veel waar te maken met Call of Duty: Black Ops – Cold War. De next-gen consoles zijn inmiddels te koop en dat betekent een nieuw podium waarop ontwikkelaar Treyarch (en natuurlijk Beenox en Raven Software) zijn tweejaarlijkse paradepaardje op mag presenteren.
Zo is er de gebruikelijke multiplayer waar je online je gram kunt halen door op elkaar te schieten op één van de elf (!) nieuwe multiplayermaps binnen verschillende gamemodes. Denk dan bijvoorbeeld aan de Fireteam- en Combined Arms-modi, waar je nu speelt met meer spelers. Je hebt nu namelijk de mogelijkheid potjes te spelen in wedstrijden waar twaalf spelers het opnemen tegen twaalf andere spelers. En anders kun je kiezen voor potjes van teams die beide bestaan uit twintig spelers.
Dergelijke modi voelen aan als een veldslag, door alle wapens, voertuigen en explosies. Je kunt kiezen uit allerlei voertuigen, zoals tanks, helikopters en boten. Mocht je dus houden van een lekkere chaotische multiplayermodus waar domweg knallen niet het devies is, dan weet je wel raad met Call of Duty: Black Ops – Cold War. Er is in elk geval ruimte voor experimentatie qua gameplay, waardoor iedereen wel iets tofs kan vinden.
Natuurlijk mag de zombiemodus, waar je je een bloederige weg baant door een oneindige stroom aan zombies, niet ontbreken. Met wat lichte tweaks hier en daar voelt het fris, vernieuwd maar zeker nog steeds uitdagend aan. De welbekende easter eggs (*spoiler* waarin je kunt euh… ontsnappen… aan de zombies) zijn wederom voor de liefhebbers toegevoegd. Vaste prik voor spelers die net wat meer uit hun games willen halen.
Voor de spelers die teleurgesteld waren dat Call of Duty: Black Ops 4 hebben we goed nieuws. Dit keer is er wederom een campaignmodus waar je je op kunt storten. Je volgt hierin een kort verhaal, dat gelukkig boeiend van begin tot eind is. Dit keer is de ervaring niet volledig vastgelegd, zoals voorheen wel vaak het geval was. Zo kun je nu zelf een route bepalen en keuzes maken onderweg, wat invloed heeft op de manier waarop je het verhaal beleeft. In totaal zijn er zeven verschillende paden te bewandelen, die kunnen leiden tot één van de vier eindes.
Bovendien is het tof om te zien dat je je eigen personage kunt vormgeven met zogenaamde perks: eigenschappen die een personage sterker of sneller kunnen maken, bijvoorbeeld. Daarnaast zijn we zeer te spreken over het jaren 70-gevoel dat de game presenteert, laten de missies weinig te wensen over en zien we dat Activision goed gebruikmaakt van next-gen hardware. Zo is er een 120Hz-modus; dit zorgt er niet alleen voor dat het spel er heel vloeiend uitziet, ook kun je gewoon veel sneller reageren op wat er gebeurt op het scherm. Je hebt hiervoor natuurlijk wel de juiste tv nodig.
Hyrule Warriors: Age of Calamity
Een paar jaar geleden werden we positief verrast met de videogame Hyrule Warriors. Het spel, dat oorspronkelijk uitgebracht werd voor Wii U en later ook op de 3DS verscheen, kwam pas echt goed tot z’n recht op de Nintendo Switch. Hoewel de gameplay helemaal niet bij een gemiddelde Zelda-game past, voelde de game toch aan als een soort viering van de franchise. Dat komt onder meer door de vele personages en de grote hoeveelheid fanservice. Age of Calamity is een nieuw deel binnen de hack-and-slash-serie en vertelt het verhaal wat zich afgespeeld heeft voor het fantastische Breath of the Wild.
Alhoewel… Laat je ook niet te veel meenemen in de marketing rondom de titel. We gaan niet verklappen wat precies de twist aan het einde is, maar kunnen je wel vertellen dat het verhaal niet helemaal de kant op gaat die je wellicht verwacht. Hyrule Warriors: Age of Calamity wordt om die reden wellicht onterecht als een prequel in de markt gezet. Dat kader schept namelijk verwachtingen die het spel simpelweg niet waar kan maken. Zo bezoek je nooit zelf belangrijke locaties bijvoorbeeld, maar kom je die alleen tegen in één van de vele cutscenes van het spel.
Het voelt nu een beetje alsof we rond de hete brei heen draaien en dat is ook zo, omdat het verloop van het verhalen benoemen nou eenmaal een grote spoiler is. Als je je graag laat verrassen door videogames, dan past het verhaal van Age of Calamity helemaal in je straatje. Ben je een fan van de Zelda-franchise en wil je graag het verhaal van voor Breath of the Wild beleven, dan kom je wellicht een beetje bedrogen uit. Dat neemt echter niet weg dat de gameplay ook in dit deel ontzettend sterk is en dat je dit keer de controle neemt over personages die je kent uit het fenomenale Wii U- en Switch-spel.
Die personages hebben allemaal vaardigheden die ervoor zorgen dat je je geen moment hoeft te vervelen, terwijl je het in je eentje opneemt tegen hordes vijanden. Binnen het kader van de lore van de franchise, met name dus Breath of the Wild, is het soms een beetje vreemd om een bepaald personage met specifieke eigenschappen te kunnen gebruiken, maar in het kader van gameplay zien we dat door de vingers. Zonder die aanpassingen was Age of Calamity een stuk saaier geweest. Houd je van Dynasty Warrior-games of vond je Hyrule Warriors of Fire Emblem Warriors tof? Dan vermaak je je ook met dit deel.
Immortals: Fenyx Rising
De grootste verrassing op deze spetterende lijst met de beste games van dit moment is ongetwijfeld Immortals: Fenyx Rising. Voorheen ging de titel door het leven als Gods & Monsters. In het spel kruip je in de huid van Fenyx, een halfgod die de taak op zich neemt de Griekse mythologische wereld te redden van de ondergang. Jij bent de laatste hoop van alle Griekse goden die vertegenwoordigd zijn in het spel, maar dat betekent niet dat het een al te serieuze bedoening is. Integendeel: de humor in het spel is ongekend voor een openwereldtitel van Ubisoft. Op de Far Cry-serie na, zijn Ubisofts games vaak veel te serieus.
En dat voelt aan als een verademing tijdens het spelen. Tijdens het grootste avontuur, waarin je een grote wereld verdeeld in zeven delen verkent, wordt je verhaal namelijk verteld door kibbelende goden die grappen maken. Dat zijn grappen die ten koste gaan van jou, maar ook van zichzelf en andere goden. Op zich al een grappig element; maar wanneer je meer weet over de Griekse mythologie, dan komen de grappen nog even wat beter aan.
Als Fenyx heb je de beschikken over allerlei vaardigheden. Zo maak je gebruik van het zwaard van Achilles en de vleugels van Daldalo. Je neemt het onderweg niet alleen op tegen krachtige vijanden, maar moet ook omgevingspuzzels oplossen. Die puzzels zijn niet de allermoeilijkste, maar bieden wel een leuke uitdaging en kunnen je nog wel eens verrassen. Het gevechtssysteem is lekker dynamisch en het vechten zelf vindt plaats op de grond en in de lucht. Je hebt meerdere vaardigheden die je in de strijd gooit en maakt gebruik van diverse wapens; daardoor voelen de vele gevechten niet snel hetzelfde aan.
Dan hebben we het nog niet eens over de wereld gehad waarin je rondloopt en vliegt. Die wereld ziet er weergaloos uit, is ontzettend kleurrijk en biedt spelers gewoonweg heel veel. In de basis heeft het spel heel wat weg van een game als The Legend of Zelda: Breath of the Wild, maar we herkennen ook zeker elementen uit recente Assassin’s Creed-games terug. De verhoudingen neigen meer naar de Zelda-titel en minder naar Assassin’s Creed. Mocht je Origins, Odyssey en het in dit artikel benoemde Valhalla dus niet ontzettend tof vinden, maar wel hebben genoten van Breath of the Wild, dan is Immortals: Fenyx Rising wellicht dé game voor jou.
Godfall
Godfall is een exclusieve launchgame voor PlayStation 5 (maar is ook te spelen op pc) van Counterplay Games, uitgegeven door Gearbox, bekend van Borderlands. De game komt direct met veel grafisch geweld met de deur in huis vallen. De grote vraag, speelt hij net zo lekker als die er uit ziet? Gearbox wil ons graag doen geloven dat we hier te maken hebben met een looter slasher in plaats van een looter shooter. Godfall heeft goed afgekeken van games als Warframe en Destiny. De claim dat dit de eerste game is in een totaal nieuwe genre is wat stellig, maar catchy is de nieuwe bewoording wel.
Godfall bewandelt een bekend pad: kies een missie op de kaart (story missions, hunts of andere objectives) en ga hierna door een semi-open level op jacht naar je doel. Het is overzichtelijk en je wordt via de waypoints goed gewezen waar je heen moet. Na het behalen van het doel krijg je de tekst in beeld om terug te keren naar je basis om ditzelfde kunstje opnieuw uit te voeren.
Net als andere looter shooters wordt in Godfall alle actie getoond met een camera die achter je schouder hangt. Je zit dus midden in de actie in plaats van dat je van boven alles goed in de gaten kunt houden zoals in andere hack and slash-games als Diablo 3. Het grote nadeel is wel dat je hierdoor soms verschillende vijanden niet goed kunt zien. Het gebeurt meerdere keren dat je een flinke klap krijgt, omdat je niet alles in de gaten kon houden.
Maar als je dan een monster kapot gemaakt hebt en er verschijnt een gekleurd balletje op de plek van zijn dood, zijn alle moeilijkheden snel vergeven. De loot is waar alles om draait, en die is zeker interessant te noemen. Er zijn verrassend veel verschillende systemen in Godfall die allemaal beïnvloed worden door de loot die je oppakt. Tel hier het upgradesysteem en de twaalf verschillende valor plates bij op (het harnas dat jouw class bepaalt) en je kunt uren aan de bak om je perfecte strijder te creëren. De verwachting dat dit een game zonder diepgang is, verdween als sneeuw voor de zon; Godfall heeft een diepte die je niet snel ziet aankomen.
Maar waar doen we dit dan allemaal voor? Dit is direct het grootste zwakke punt van Godfall. Het verhaal is flinterdun en had zo op een bierviltje gepend kunnen zijn. Dit is dan ook niet een game die je speelt om meegezogen te worden in een hartverwarmend verhaal, het is de actie en het uitbouwen van je personage dat je door de game heen duwt.
De gameplayloop is simpel: jij bent groot en sterk en de vijanden zijn er om glimmende voorwerpen voor je achter te laten. Er zijn verrassend veel verschillende systemen en met meer dan honderdtwintig verschillende wapens, twaalf verschillende valor plates en vier mooie verschillende werelden hoef je je niet snel te vervelen. Het flinterdunne verhaal doet alleen dienst om voor minimale context te zorgen voor de gevechten waar het allemaal om draait. Al met al is het een game die een positieve indruk achterlaat.